Skip to content

Examenregeling Landelijk Examen

Om praktijkvoerend lid van AVN of ASAS te kunnen worden moet u, na uw opleiding, met succes het Landelijk Examen afleggen. Het landelijk examen valt onder de verantwoordelijkheid van het LEC, de Landelijke Examen Commissie. Hieronder kunt u de examenregeling in zijn geheel lezen.

Inleiding

Het opleidingenoverleg en beide vakverenigingen (AVN en ASAS) vinden het wenselijk om een deel van het examen voor Praktijkvoerend Astroloog landelijk te toetsen. Met een landelijk examen wordt:

  1. het examen landelijk op hetzelfde niveau en volgens dezelfde criteria en normen afgenomen.
  2. gewaarborgd dat het examen onafhankelijk wordt beoordeeld.
  3. naar de buitenwereld (studenten, consumenten, overheid en maatschappelijke organisaties) aangetoond dat we binnen de astrologie een systeem van toetsing hebben wat de kwaliteit van de astrologen waarborgt.
  4. de civiele waarde van het diploma verhoogd.

Om het landelijk examen vorm te geven en uiteindelijk uit te voeren heeft het opleidingenoverleg uit haar midden een examencommissie aangesteld. Deze examenregeling is goedgekeurd door het opleidingenoverleg van september 2011.

In deze regeling vindt u informatie over de samenstelling van deze examencommissie alsmede de criteria en procedures ten aanzien van het landelijk examen.

Deze examenregeling is gemaakt door:

  • Peter Saarloos,           opleider bij Opleidingscentrum Ishtar en voorzitter examencommissie
  • Margreet Andriol,       opleider bij De Diamant (Sneek, 20 juli 1955 – Katlijk, 26 september 2017)
  • Dick van der Mark,     opleider bij Odhiris
  • Nicolette de Wijn,       namens de Astrologische Associatie (ASAS)
  • Johanniek Knibbeler, namens de Astrologische Vakvereniging Nederland (AVN)

April 2011

1. Over de landelijke examencommissie

De commissie

De opdrachtgever van de landelijke examencommissie is het opleidingenoverleg. De taak van de examencommissie is het vormgeven en het uitvoeren van een landelijk examen tot praktijkvoerend astroloog. De landelijke examencommissie bestaat uit vijf personen, waarvan drie opleiders en één afgevaardigde van de AVN en één afgevaardigde van de ASAS. De opleiders rouleren met andere deelnemers van het opleidingenoverleg. Roulatie start vanaf 2013, de eerste opleider treedt af per 2014 en er komt een andere opleider hiervoor in de plaats. De examencommissie kiest uit haar midden een voorzitter en notulist.

De landelijke examencommissie gaat vanaf juni 2012 landelijk de examens organiseren. Tot 2015 zal er een overgangsperiode zijn waarbij de kandidaat kan aangeven of deze volgens de oude examenregeling geëxamineerd wordt of volgens het landelijke examen. Vanaf 2015 worden alle kandidaten door de landelijke examencommissie geëxamineerd.

De examinatoren

Men kan examinator zijn bij het landelijk examen als men voldoet aan de volgende criteria:

  • een opleiding volledig hebben gegeven of dit in het verleden heeft gedaan, of;
  • de examinator dient door de AVN of ASAS erkend praktijkvoerend astroloog te zijn met minimaal drie jaar praktijkervaring.

Het examen wordt afgenomen door twee examinatoren, waarvan één examinator een erkende opleider is. Bovendien zullen examinatoren geen kandidaten beoordelen die bij hen de opleiding hebben gevolgd. De eigen opleider is niet bij het examen aanwezig.

De afgevaardigden van de vakverenigingen

Het doel van de afgevaardigden van de AVN en ASAS is het bewaken van het niveau van de examens. Door deelname aan de landelijke examencommissie krijgen de vakverenigingen niet alleen zicht op het incidentele examen, maar ook op de kwaliteit van de opleidingen, hetgeen een rol kan spelen bij het beoordelen of bewaken van de kwaliteit van de opleidingen. De afgevaardigden van de vakverenigingen zijn geen uitvoerders, maar procesbewakers. Zij bewaken of de processen en werkzaamheden van de landelijke examencommissie juist worden afgehandeld en blijven voldoen aan de eigen criteria van de vakverenigingen.

2. Het Examen

Het doel van het examen is om de professionele en persoonlijke competentie van de kandidaat te verzekeren. De exameneisen zijn in overeenstemming met de richtlijnen van de AVN en de ASAS. Er is een examen dat door de opleiding wordt afgenomen en er is een landelijk examen dat door de landelijke examencommissie wordt afgenomen.

Het examen van de opleiding bestaat uit het maken van een aantal werkstukken waaruit blijkt dat er een gedegen vakkennis en inzicht aanwezig is. Dit deel wordt door de opleidingen getoetst.

Het landelijk examen is gericht op het integreren en toepassen van de stof in praktijksituaties en in de omgang met cliënten. Het diploma van het landelijk examen (Praktijkvoerend Astroloog) sluit aan bij het niveau van het praktijkvoerend lidmaatschap van de vakverenigingen. Na succesvolle afronding van het examen kan bij de vakverenigingen het betreffende lidmaatschap worden aangevraagd.

Het examen van de opleiding

Door de opleidingen wordt het examen van de opleiding afgenomen, en bestaat uit:

  1. een werkstuk over eigen ontwikkeling
  2. radix met progressiebeschrijving
  3. relatiewerkstuk met daarin synastrie en naar keuzen een compositie of combine
  4. een vrij werkstuk/onderzoek

Voor de criteria van bovenstaande stukken wordt verwezen naar de bestaande criteria van de vakvereniging ten aanzien van de examens en de eindtermen van de opleidingen.

Het landelijk examen

Het landelijk examen omvat:

  1. een opname van een consult met een radixduiding waarin prognosetechnieken worden toegepast;
  2. vijf consultverslagen
  3. een visie op het vak astrologie/astroloog
  4. een ter plekke voorbereide casus met vraag van cliënt

De opname, de vijf consultverslagen en de visie op het vak van astroloog worden door de kandidaat thuis gemaakt en ter beoordeling ingeleverd bij de examencommissie. Deze onderdelen worden indien nodig besproken tijdens het examengesprek. Tijdens het examengesprek krijgt de kandidaat een casus met een vraag van een cliënt voorgelegd. Het examengesprek duurt twee uur, waarbij de kandidaat in het eerste uur de casus voorbereid. In het tweede uur wordt de casus en de overige examenstukken met de kandidaat besproken.

Criteria van de examenstukken

1. één opname van een consult

Van één consult, waarvan een consultverslag is gemaakt, dient een opname te worden ingeleverd met een volledig astrologisch consultgesprek. Het gesprek dient minimaal een uur en maximaal anderhalf uur te duren. Deze opname is van een consult met een cliënt waarin een radixduiding met prognosetechnieken worden toegepast. De opname dient in een algemeen gebruikt bestandsformaat te worden aangeleverd, zoals *.wav, *.mp3.

Uit de opname moet een goede gespreksstructuur blijken, met een duidelijk begin en afronding van het consultgesprek. In dit consult dient de kandidaat een aantal essentiële punten te benoemen en daarover in gesprek te gaan met de cliënt, inzicht te bieden en eventueel tot een advies te komen.

Verder moet uit het consultgesprek blijken dat de kandidaat:

  • op een adequate wijze de horoscoopgegevens vertaalt naar de cliënt
  • werkt volgens de beroepscode
  • het beroepsgeheim en de privacy van de cliënt bewaakt
  • de identiteit en de autonomie van zichzelf en de cliënt bewaakt
  • respect heeft en toont voor waarden en normen van de cliënt
  • breed geaccepteerde sociale omgangsvormen hanteert
  • empathie toont op het juiste moment
  • verbale en non-verbale communicatie in overeenstemming zijn met elkaaroprechte belangstelling heeft voor de cliënt
  • een neutrale houding hanteert naar de cliënt
  • op adequate wijze de symboliek van de horoscoop vertaalt naar de cliënt
  • een gesprek voert op verschillende niveaus (zakelijk, inhoudelijk en metaniveau)
  • aansluit bij het huidige proces van de cliënt
  • leiding geeft aan het consult
  • interactieprocessen herkent en hanteert
  • een methodische werkwijze hanteert
  • tijd en doel bewaakt van het consult

2. vijf consultverslagen

Van vijf consulten moet een consultverslag gemaakt worden. De omvang is minimaal twee en maximaal vier pagina’s per verslag met daarin opgenomen:

  1. Intake- en casusbeschrijving
    Hier beschrijft de kandidaat hoe iemand bij hem terecht is gekomen, met welke vragen (vraag) en in het kort de levenssituatie van de persoon.
  2. Korte samenvatting van de belangrijkste thema’s in de horoscoop die met de cliënt zijn besproken.
    Hier geeft de kandidaat een samenvatting van de onderwerpen, thema’s of delen van de horoscoop die zijn besproken.
  3. Kort verslag van het verloop van het gesprek, aangevuld met persoonlijke visie hierop.
    Hoe heeft de kandidaat het gesprek ingedeeld, hoe lang duurde het: hier beschrijft de kandidaat het proces van het gesprek benoemen en hoe de kandidaat vond hoe het gesprek verliep.
  4. Conclusies, adviezen, vervolgafspraken en reacties achteraf.
    Tot welke conclusies, adviezen en (vervolg-)afspraken zijn kandidaat en de cliënt gekomen?
  5. Korte reflectie over de eigen aanpak, houding en grenzen.

Wat vond je moeilijk?
Wat vond je juist heel goed gaan?
Beschrijf je eigen aanpak, maar ook je houding (en daarmee ook innerlijke signalen) en waar je het niet meer wist!
Wat deed het met jou en de cliënt?
Welke gevolgen had dit voor het gesprek?
Hoe zou je het anders kunnen aanpakken de volgende keer?
Heb je nog behoefte om je verder te ontwikkelen, iets te leren?
En wat zou je verder willen ontwikkelen?
Hoe ga je dit aanpakken? Boek lezen, bespreken met collega’s, cursus volgen, etc.

3. visie op het vak van astroloog

Dit is een werkstuk van maximaal twee pagina’s waarin de beroepshouding en visie van de kandidaat duidelijk blijkt.

  • Hoe wil je werken als astroloog?
  • Vanuit welk wereldbeeld/visie werk je?
  • Wat wil je bereiken met dit werk?
  • Wat wil jij betekenen als astroloog?
  • Wat wil je met je cliënt bewerkstelligen?
  • Wat verwacht jij van een consult?

4. een ter plekke voorbereide casus met vraag van cliënt

Tijdens het examengesprek krijgt de kandidaat een horoscoop met casus voorgelegd. Hiervoor heeft de kandidaat één uur voorbereidingstijd en mag de kandidaat gebruik maken van hulpmiddelen als laptop, boeken, e.d. Na deze voorbereiding presenteert de kandidaat zijn bevindingen aan de examinatoren, waarbij de kandidaat:

– de horoscoopfactoren kan benoemen die relevant zijn voor de gestelde problematiek;

  • – laat zien welke duidingstrategie zij/hij gaat volgen;
  • formuleert welke vragen zij/hij aan de cliënt zou willen stellen;
  • een hypothese geeft over het advies aan de cliënt

Hierbij gaat het om de hoofdlijn en dat de kandidaat integratie laat zien van de belangrijkste horoscoopfactoren en niet om een volledige horoscoopduiding.

3. Procedures

Aanmelding

De examencommissie organiseert één keer per jaar in juni een examen. De werkstukken dienen uiterlijk twee maanden van tevoren te worden ingeleverd. Het aanmelden voor het examen kan tot 1 maart van het betreffende jaar en geschiedt door de opleider of door de vakvereniging.

1. Aanmelden voor het examen verloopt via de opleider en geschiedt door het volledig en in tweevoud invullen, ondertekenen en toesturen van het examenaanmeldingsformulier aan de landelijke examencommissie. Na ontvangst van het aanmeldingsformulier ontvangt de opleider een bevestiging van de aanmelding, met daarbij één exemplaar van het examenaanmeldingsformulier dat ondertekend is door de voorzitter van de examencommissie.

2. Indien de examenaanmeldingsformulieren niet voor 1 maart van het betreffende jaar zijn ontvangen dan kan het jaar daarop opnieuw ingeschreven worden voor het examen, als de kandidaat voldoet aan de toelatingseisen. Indien niet wordt gestart met het examen omdat de examenaanmeldingsformulieren niet zijn ontvangen dan zal het examengeld worden gerestitueerd.

4. Indien de werkstukken niet of niet compleet voor 1 april van het betreffende jaar zijn ontvangen dan wordt de kandidaat niet toegelaten tot het examen van dat jaar. De helft van het examengeld wordt dan gerestitueerd.

De kosten voor het landelijke examen zijn € 250,- en wordt door de opleider in rekening gebracht bij de kandidaat. Hiervan betaalt de opleider elke examinator € 100,- en € 50,- aan degene die de overheadkosten (kosten locatie en kosten van de leden van de examencommissie die namens de vakvereniging hierin zitting hebben) van het examen betaalt.

Indien er naar het oordeel van de examencommissie voldoende kandidaten zijn voor een examen, dan kan de examencommissie van bovenstaande data afwijken en een examen plannen op een andere datum in het jaar.

Toelating

Tot het examen kunnen toegelaten worden:

1. Studenten van erkende opleidingen die de gehele opleiding astrologie hebben gevolgd en het schoolexamen met goed gevolg hebben afgelegd en zich binnen twee jaar na het behalen van het examen van de opleiding aanmelden voor het examen.

2. Oud-studenten van erkende opleidingen die de gehele opleiding astrologie hebben gevolgd en het schoolexamen met goed gevolg hebben afgelegd en zich aanmelden voor het examen langer dan twee jaar na het behalen van het examen van de opleiding kunnen zich aanmelden via de opleider of via een van de vakverenigingen.

3. Autodidacten, die het examen van de opleiding bij een van de vakverenigingen heeft behaald, worden aangemeld door de betreffende vakvereniging.

Locatie

De landelijke examencommissie bepaalt afhankelijk van de hoeveelheid kandidaten en de spreiding van de kandidaten wat de locatie is waar het landelijke examen wordt afgenomen.

Diploma

Na het behalen van het examen ontvangt de kandidaat het diploma Praktijkvoerend Astroloog. Dit diploma wordt uitgegeven door de opleider of door een van de vakverenigingen en is voorzien van de handtekening of keurmerk van de landelijke examencommissie.

Overige bepalingen

  1. Alle examenstukken dienen in zijn geheel, in tweevoud te worden ingeleverd. Alle examenstukken moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • geprint op A4-formaat met maximale marges van 2,5 cm rondom
    • in een algemeen aanvaard en leesbaar lettertype
    • paginanummering
    • gehele werkstuk en consultverslagen ingebonden in hechtmap, gelijmde rug of met ringband
    • vermelding op de omslag welk werkstuk het betreft, de naam en volledige adres van de kandidaat
  2. De werkstukken en de verslagen moeten in duidelijke en begrijpelijke taal geschreven te worden.
  3. De cliënt mag niet een persoon zijn waar de kandidaat te persoonlijk emotioneel bij betrokken is. Dit zijn bijvoorbeeld directe familieleden of zeer goede vrienden/vriendinnen.
  4. De bijgevoegde horoscoopformulieren moeten duidelijk en volledig ingevuld zijn en los bij de verslagen en de opname worden ingeleverd.
  5. De uitslag van het examen wordt op de examendag mondeling aan de kandidaat medegedeeld.
  6. Na succesvolle afronding van alle examenonderdelen ontvangt de kandidaat het diploma. Alle onderdelen dienen met een voldoende te worden afgesloten.
  7. Indien één of meerdere onderdelen onvoldoende zijn dan komt de kandidaat éénmaal in aanmerking voor een herkansing. De examencommissie stelt de kandidaat binnen twee weken op de hoogte van de uitslag van het examen, de verbeterpunten voor de herkansing en de mogelijkheid om zich aan te melden voor de herkansing. De herkansing zal dan binnen drie maanden na dagtekening van dit schrijven plaatsvinden. Indien een herkansing met een onvoldoende wordt afgesloten wordt men afgewezen voor het examen en dient het examen opnieuw aangevraagd te worden. Restitutie van het examengeld is dan niet mogelijk.
  8. In geval van fraude wordt men direct en in zijn geheel uitgesloten van het verdere examen. Restitutie van het examengeld is dan niet mogelijk.
  9. Tegen de uitslag van een examen kan men in beroep gaan tot vier weken na het bekend maken van de uitslag. Dit beroep dient schriftelijk plaats te vinden en gericht te zijn aan de landelijke examencommissie. In geval een kandidaat bezwaar heeft aangetekend tegen de uitslag van het examen, dan zal in onderling overleg een derde onafhankelijke examinator (meestal een andere opleider uit het opleidingenoverleg) worden gevraagd om de stukken alsnog te beoordelen. Indien een bezwaar niet in onderling overleg kan worden opgelost dan kan een beroep worden ingediend bij de klachtencommissie van de AVN of de ASAS.
  10. Indien de kandidaat door een bepaalde reden niet op een gebruikelijke wijze het examen kan afronden, dan bestaat de mogelijkheid om een aangepast examen aan te vragen bij de examencommissie. De examencommissie bepaalt of een kandidaat in aanmerking komt voor een aangepast examen en hoe dit geëxamineerd gaat worden.
  11. Het examenmateriaal wordt aan de kandidaat geretourneerd zodra het examen is behaald of als de kandidaat definitief is afgewezen voor het examen.
  12. In gevallen waarin deze examenregeling niet voorziet, is de beslissing van examencommissie doorslaggevend.